Osteopathie is aan het eind van de vorige eeuw ontstaan. De basisgedachte van de toenmalige osteopaten was ook al “wat niet beweegt – wordt slecht gedraineerd”. Zij dachten dat door het slecht bewegen van botten (gewrichten) ziekte kon ontstaan. Deze huidige visie op het bewegen van de botten is niet verloren gegaan. Ze wordt nog volop aangehangen door de huidige chiropractoren en de manuele therapeuten.

Maar ook de osteopaten zijn het hier nog steeds mee eens. Vandaag geloven de osteopaten dat ziekte – of beter gezegd – een aandoening kan ontstaan door het slecht bewegen van weefsel in het algemeen. Botten, maar ook banden, ophangsystemen, vliezen, omhullingen, bloedvaten, lymfebanen, etc. Alles dus, zelfs organen. Bovendien communiceren deze systemen met elkaar. Een slechte doorgang in de lymfebanen zal gevolgen hebben elders in het lichaam. Hetzelfde geldt voor de bloedvaten. Buikkrampen bij een baby bijvoorbeeld, kunnen hun oorzaak hebben in de basis van de schedel (waar een belangrijke zenuw passeert, die de buikorganen verzorgt).