Laat uw pijn verhelpen met osteopathie bij de Osteopraktijk
De oorsprong van ongemakken en pijn is te vinden in het bindweefsel. Hier bevinden zich de zenuwuiteinden, die de prikkel produceren om ons te informeren over weefselschade. Bindweefsel is dus het materiaal waar de osteopaat moet aangrijpen om pijn te behandelen. Vaak wordt hierbij gekozen voor een lokale benadering. Zo wordt pijn in de rug met massage van de rug bestreden. Bij nekpijn wordt met name naar de nek gekeken en bij een tennisarm wordt de tennisarm behandeld.
Pijn ontstaat in het bindweefsel
Helaas is deze aanpak niet altijd succesvol. Te vaak wordt vergeten dat het lichaam bestaat uit een aaneenschakeling van bindweefsel. Een on-onderbroken systeem van vezels en vloeistoffen. Het is dan ook mogelijk om, zonder onderbreking, deze structuren te volgen van de nek naar de hiel. Als een soort elastiek dat een buiging van de romp toelaat.
Als er geen beperkingen in het bindweefsel tussen de nek en de hiel zijn te vinden, dan kan deze buiging gemakkelijk worden gemaakt. Zelfs als er een paar wervels geblokkeerd staan, dan komen we met onze vingers vaak toch nog wel net bij de grond.
Juist in deze laatste vergelijking ligt de sleutel tot een succesvolle behandeling. De geblokkeerde wervels zorgen voor meer spanning op gehele achterste keten, van kruin tot hiel. De spanning in deze keten zal zich echter het minste manifesteren in de geblokkeerde wervels. Deze zitten immers vast! De gebieden boven en onder de blokkade daarentegen, worden extra uitgerekt door deze belemmering tijdens de buiging. Hier wordt het bindweefsel dus extra aangetrokken. Zo ontstaat spanning en pijn aan de achterkant van de bovenbenen, de achillespezen of misschien wel aan de bovenrug.
Het is dus zaak om op zoek te gaan naar het bindweefsel dat onbeweeglijk op zijn plek blijft zitten tijdens het bewegen. De pijn of ongemakken spelen in het onderzoek dus een ondergeschikte rol.
Daarnaast hebben we te maken met de dichtheid van zenuwuiteinden in het bindweefsel. Zo zijn sommige weefsels zeer dicht begroeid met zenuwuiteinden, en sommige minder dicht (een vinger voelt veel meer dan een rug). De weefsels in de buik zijn slecht voorzien van zenuwuiteinden. We worden ons daarom ook maar weinig bewust van de activiteiten van de darmen.
Ongemakken vanuit de buikorganen
Als nu de vezels in de buik minder beweeglijk zijn geworden, dan worden we daarover dus ook slecht geïnformeerd door onze zenuwen. Deze verminderde beweeglijkheid zorgt alleen wel weer voor trek op de omgeving. Zo worden de heupen, de knieën, de schouders extra belast tijdens het bewegen, met klachten en ongemakken in deze lichaamsdelen tot gevolg.
Zijn mijn organen de oorzaak van mijn klachten?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!