Antidepressiva
EEN LUCRATIEVE DEAL VOOR DE FARMACEUTISCHE BEDRIJVEN
In onze wereld slikken miljoenen mensen antidepressiva, een aantal dat de afgelopen vijftien jaar alleen al in Amerika is verdubbeld en naar verwachting zal blijven stijgen. (Frankrijk is de wereldwijde koploper.) De nationale gezondheidsinstituten hebben onlangs verklaard dat een derde van alle vrouwen depressief is. En sinds er Prozac voor kinderen op de markt is, zien we nu ook een drastische toename van depressies onder de jeugd.
Ik denk dat de pillen sommige mensen misschien wel een tijdje zullen helpen. Maar ik weet zeker dat er anderen zijn die nog veel meer baat hebben bij deze behandeling: de farmaceutische bedrijven. De verkoop van antidepressiva is een miljardenindustrie. In een bijdrage op The Huffington Post, een populaire progressieve blog, zinspeelde de Amerikaanse arts Andrew Weil onlangs op een correlatie tussen de krachten van het kapitalisme en het ‘feit’ dat depressie een wijdverspreid verschijnsel is geworden. Weil wijdt dit onder meer aan de centrale boodschap in de televisiereclames waar je in dit land onmogelijk aan kunt ontsnappen: ‘Ongelukkig zijn staat gelijk aan depressiviteit, depressivite
it is een verstoring van het chemische evenwicht in de hersenen, van deze pil wordt u vrolijk, uw huisarts kan hem voorschrijven.’ Weil wees op het probleem van overdiagnose, waardoor veel mensen die wel eens een beetje somber of onzeker zijn, wat volkomen normaal is, het etiket ‘depressief’ krijgen en een pil nodig hebben om lekker snel van hun probleem af te komen.
De visie van Weil verrast me niet. In 1998, toen hij nog niet zo bekend was, heb ik hem eens geïnterviewd voor Ode. Tegenwoordig bereikt hij met zijn ideeën een veel groter publiek, maar destijds had zijn Arizona Center for Integrative Medicine net de eerste lichting artsen en verpleegkundigen afgeleverd na een studie waarin de nadruk ligt op preventie en alternatieve geneeswijzen. In het omslagartikel van deze maand komt een van de eerste afgestudeerden aan het woord: Roberta Lee, nu eerstelijnsarts in het Beth Israel-ziekenhuis in New York. Lee hoort bij een groeiende groep artsen die het belang van een goede levensstijl en gezond eten onderstreept. Dat is een belangrijk recept, nu in de VS een hevige discussie woedt over de toekomst van het stelsel voor -gezondheidszorg. Het is een bemoedigende gedachte dat Lee nu lesgeeft aan andere artsen. Want ondanks de toenemende erkenning van de relevantie van integrale geneeskunde is er nog een lange weg te gaan. Toen ik mijn vriendin vertelde van Weils suggesties om depressiviteit te verlichten, verandering van levensstijl, zoals minder cafeïne, meer lichaamsbeweging en een dieet met veel groente en fruit, aangevuld met omega-3-vetzuren, leek zij niet bepaald overtuigd. Sterker, ze leek even bijna gedeprimeerd. Kennelijk kan het een bittere pil zijn te horen dat je zelf verantwoordelijkheid kunt nemen voor je gezondheid. Is het niet juist iets om blij van te worden, dat we zelf iets kunnen doen aan onze geestelijke en lichamelijke gezondheid? Weil, Lee en de anderen in ons omslagartikel laten zien dat gezondheid vooral ook een eigen verantwoordelijkheid is. Als we de politici dat nou eens zou aan hun verstand konden brengen…
Overgenomen en bewerkt uit: Ode Jurriaan Kamp | 121 november 2009 issue
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!